Corona – Ter bemoediging

De laatste weken is er één woord wat het nieuws (en misschien ook onze gedachten) grotendeels bepaalt: ‘Corona’. Nog niet zo lang geleden een woord wat we nauwelijks kenden en wat in elk geval niet de associaties en de lading had die het nu heeft gekregen.

‘Corona’, dat staat voor onze angst en onzekerheid, de onrust in ons bestaan. En hoe je er ook tegen aan kijkt, of je alle aandacht misschien een tikkeltje overdreven vindt of terecht, je kunt er niet omheen. In de samenleving zijn de gevolgen van ‘Corona’ aan alle kanten te merken.

Ik schrijf dit op de zaterdag voorafgaand aan zondag de 15e maart. Op deze zondag zullen veel kerkdiensten vanwege de huidige situatie niet plaatsvinden, ook de kerkdiensten van Nederlandse Kerk in Duitsland. Deze zondag, de derde zondag van de veertigdagentijd, wordt van oudsher Oculi – ogen genoemd, naar de woorden van Psalm 25: Mijn ogen zijn voortdurend gericht op HEER, want Hij bevrijdt mijn voeten uit het net. Deze woorden hebben ons veel te zeggen.

Het zijn spannende en onzekere tijden. Er komt veel op ons af en we ervaren onze menselijke kwetsbaarheid meer dan op andere momenten. Laten we elkaar aanmoedigen om in deze tijden, net als de Psalmdichter, onze hoop op God te stellen. En laten we bidden voor allen die, op welke manier dan ook, door de ziekte zijn getroffen, voor hen die in angst leven, voor wie zorg en hulp verlenen en, niet in de laatste plaats, voor wie in deze tijd bestuurlijke verantwoordelijkheid dragen en ingrijpende beslissingen moeten nemen.

Laten de woorden van Lied 263 ons moed geven:

Wees Gij mijn toevlucht de komende nacht
de morgen die ik ondanks alles verwacht.
Hoe kan ik gaan slapen als Gij er niet zijt,
die mij van het donker en wanhoop bevrijdt.
 
Wees Gij mijn wijsheid, de rust in mijn hart,
bevrijding van wat mij ontstelt en verwart,
de hoop die mij grond geeft als alles verdwijnt,
het duister me aangrijpt, de zon niet meer schijnt.

We wensen elkaar zegen toe, in de diepste zin van het woord.

Ds. Jan Adriaanse