Gastvrijheid

Genesis 18: 1-15

Een engel op de stoep. Is het je wel eens overkomen? Dat er werd aangebeld, je doet de deur open, misschien mopperend wie het in z’n hoofd haalt om je op die idiote tijd lastig te vallen. Kan het nu nooit eens rustig blijven? En zo ben je bezig en loop je naar de deur, je doet de deur open en… Wat nu? Een engel voor de deur, niet een maar zelfs drie! Een bijzondere ervaring die je waarschijnlijk nooit meer vergeet. Ja, en wat doe je dan? Nu even niet? Kom morgen maar terug, dat komt wat beter uit?

Ik weet natuurlijk niet hoe dat bij u en bij jou is. Maar ik wil in elk geval wel zeggen: op die manier heb ik er geen ervaring mee. Engelen voor je deur. Het lijkt me in elk geval een heel aparte gewaarwording.

Ik denk aan het verhaal van Abraham. Hij krijgt ook onverwacht bezoek. Drie mannen komen bij hem langs. En Abraham nodigt ze uit om zijn gast te zijn. Hij voelt zich vereerd, loopt naar ze toe en haalt ze over om bij hem te blijven. En dat is opvallend. Een actieve houding. Zou je alsjeblieft bij mij willen blijven?

En de gastvrijheid is groots. Er wordt flink uitgepakt. Je zou zeggen: het blijft niet bij een kop koffie met een koekje (hoe waardevol dat ook is). Alles wordt uit de kast gehaald: het gemeste kalf wordt geslacht. En dat alles voor een paar onbekenden. Hoe het precies zit, dat blijkt pas later. Dat het hier niet alleen gaat om zo maar een paar willekeurige voorbijgangers. Nee, de gastvrijheid is voor Abraham een soort van ‘way of life’. Er zit ook een vanzelfsprekendheid in. Ik denk dat het voor Abraham niet eens een item was geweest om níét gastvrij te zijn.

En hiermee wordt het ook duidelijk wat gastvrijheid is. Mijn huis is jouw huis. Hartelijk betrokken zijn op anderen. Dat is een bijbels gegeven, een opdracht, een levenshouding. Tijd vrijmaken voor de ander. En dat is wel een lastig punt in een tijd waarin we eigenlijk geen tijd hébben. Gastvrijheid, ja, maar toch graag wel gepland en op afspraak. Want het moet wel uitkomen. Zo werkt het vaak in onze tijd met al onze drukke bezigheden en volle agenda’s. Wij vinden het niet altijd prettig als we onze plannen moeten wijzigen. Het gaat om tijd en aandacht hebben voor die ander. Wil je koffie? Ga even zitten, dan praten we wat. Dat is volgens mij de bedoeling, je openstellen voor de ander zodat je over en weer verrijkt wordt.

Gastvrijheid als iets wat onlosmakelijk met ons geloof verbonden is. Om daarmee in woord en daad iets te laten zien van de ruimte en de liefde die er bij God is. Zoals de schrijver van de brief aan de Hebreeën benadrukt: houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. Dus eigenlijk nog sterker, dat in die ander die onze aandacht nodig heeft, iets van God zelf naar voren komt. Net zoals bij Abraham. Hij deed wat hij vanuit zichzelf graag wilde, gastvrij zijn, niet omdat hij zich direct bewust was dat het bij het bezoek ging om engelen en zelfs om God zelf. Nee, het zijn voor hem onbekende vreemdelingen, en dat het uiteindelijk om God zelf gaat, dat wordt pas later duidelijk. De gastvrijheid staat voorop en voor wie, dat moet uiteindelijk geen verschil maken.

Terwijl ik dit schrijf, realiseer ik me tegelijk ook hoe lastig dit punt in de praktijk kan zijn. Het kan ook zijn dat je te maken krijgt met ongenode gasten die met heel andere bedoelingen komen. Bij Abraham ging het, achteraf, om engelen, maar dat is helaas zeker niet altijd zo. In de jaren dat ik als predikant in de pastorie woonde is het meer dan eens gebeurd dat er iemand aan de deur stond met de vraag om hulp. Vaak met een of ander vaag verhaal over verschrikkelijke dingen die in het verre buitenland gebeurd zouden zijn. Denkend aan het verhaal van Abraham en de woorden van de apostel over gastvrijheid heb ik altijd de neiging gehad om deze dingen serieus te nemen. Je kunt nooit weten. Die onbevangenheid heb ik heel lang gehad, maar uiteindelijk is het wel zo dat ik er in al die gevallen (ondanks mijn uitdrukkelijke vraag om op de hoogte te blijven) nooit meer iets van heb gehoord en men er met de geboden hulp vandoor gegaan is. Een flink aantal gevalletjes misbruik dus.

Ik denk ook aan het verhaal in Jozua 9. Dat gaat over de inwoners van de stad Gibeon die met een zielig verhaal en versleten kleding vanwege de zogenaamd lange reis bij Jozua komen om van alles van hem gedaan te krijgen. Jozua gelooft het verhaal en gaat erop in en later blijkt hoe de vork werkelijk in de steel zit en dat alles aan elkaar gelogen is. Het verhaal laat zien dat het goed is om je altijd bewust te zijn dat niet alles van God is, integendeel. Ook de boze is op zoek naar zijn kansen. Voorzichtigheid is geboden. Juist als het gaat om de gastvrijheid en medemenselijkheid ligt ook het bedrog op de loer. Dat geldt voor alle tijden en naar mijn idee zéker ook voor de onze.

Dat betekent niet dat ik de waarde en het belang van de gastvrijheid wil tekort doen. Het is en blijft een Bijbelse opdracht om om te zien naar elkaar en om die ander (juist ook degene die niet bij ons eigen kringetje hoort) de aandacht te geven die hij of zij nodig heeft. Maar ook, dat we wat betreft de gastvrijheid, realistisch en nuchter moeten zijn en blijven. Niet iedereen is wat hij of zij zegt te zijn. En wat dat betreft kan ik me goed voorstellen hoe we ook kunnen aarzelen om open te doen wanneer er midden in de nacht wordt aangebeld. Het zal niet de eerste keer zijn dat het openen van de deur ernstige gevolgen heeft.

Toch benadruk ik dat we juist als christelijke gemeente gastvrij moeten zijn. Dat eenieder die bij ons komt, zich ook thuis zal moeten voelen. Om daarin iets te proeven, te merken, te ervaren van de liefde en de betrokkenheid van God zelf. Houd de gastvrijheid in ere, want zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontvangen. De gastvrijheid die ook teruggaat op Jezus zelf. Jezus, die aan het kruis, middenin zijn lijden de ultieme uitnodiging doet: nog vandaag zul je met Mij in het paradijs, in mijn huis, zijn. En juist omdat er voor óns ruimte is bij Hem, kan het niet anders dan dat ook wij in óns leven, in óns bestaan, ruimte maken voor die ánder die ónze hulp en aandacht nodig heeft. Mijn huis is jouw huis!

Ds. Jan Adriaanse