In 2002 vierde de Nederlandse Kerk in Duitsland (NKiD) haar 100-jarig bestaan. Inmiddels is de kerk dus 110 jaar oud, en voor wie precies wil zijn zelfs 114 jaar.
In 2002 vierde de Nederlandse Kerk in Duitsland (NKiD) haar 100-jarig bestaan. Eigenlijk bestond de NKiD al langer. In 1898 werd in Duisburg een Gereformeerde Kerk opgericht. De eerste voorganger was een ‘oefenaar’, een lekenprediker. Vier jaar later (in 1902) ontstond een Gereformeerde Kerk in Ruhrort. Er woonden toen heel wat Nederlanders in het Ruhrgebied. Die werkten er in de industrie, in de havens en ook in de landbouw. De protestanten onder hen vonden in de zondagse diensten in de lutherse kerk niet het geestelijke voedsel, dat hun ziel bevredigde. Ze misten een degelijke gereformeerde preek. Daarbij speelden zeker ook de taal en de liturgie een belangrijke rol. Inmiddels onstonden ook van hervormde zijde in genoemde plaatsen gemeenten. In 1904 waren er vier Nederlandse protestantse kerken in wat nu Duisburg-Ruhrort heet: twee hervormde en twee gereformeerde.
De twee wereldoorlogen
In 1931 fuseerden de beide gereformeerde kerken tot één Gereformeerde Kerk van Duisburg-Ruhrort, behorend tot de classis Arnhem van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Maar voordat het zover was, woedde de Eerste Wereldoorlog. Natuurlijk had die ook invloed op het Nederlandse kerkelijke leven in de Ruhr. Veel van wat met groot élan was opgebouwd ging verloren. Gemeenteleden werden opgeroepen voor het Nederlandse leger of waren om andere redenen naar Nederland teruggekeerd. Er konden geen kerkdiensten meer worden gehouden. Wel organiseerde de kerkenraad hier en daar huisdiensten. De behoefte aan het Woord was in zulke moeilijke tijden groot. Ook bleven de huisbezoeken, een van de pijlers van het gereformeerd kerkelijk leven, zo veel mogelijk doorgaan.
Tussen de beide wereldoorlogen in bloeide het kerkelijk leven weer op. Schippers- en jeugdwerk kregen grote aandacht. Dat was nodig, want het was crisistijd en er heersten grote werkeloosheid en armoede. Het werk van de kerk bleef niet beperkt tot Duisburg-Ruhrort. Er ontstond Nederlands kerkelijk leven in plaatsen als Keulen (eerste kerkdienst in 1938), Bonn, Wesseling en Hennef.
Een jonge Duitser die Nederlands sprak (later werd hij hulpprediker en nog weer later dominee in de NKiD) bezocht Nederlandse schippers in de kanalen van Westfalen. Dat kwam goed van pas in de Tweede Wereldoorlog. Toen kwam het Nederlandse kerkelijke leven helemaal in de verdrukking. De toenmalige predikant moest met zijn werk stoppen. Alleen die jonge Duitser mocht nog enige tijd het evangelie verkondigen, maar kreeg uiteindelijk ook een spreekverbod. Via de kerkenraad is er in die moeilijke jaren zoveel mogelijk gestalte gegeven aan het samen-kerk-zijn, inclusief kerkdiensten houden, waarin door ouderlingen preken voorgelezen werden.
Een nieuwe bloeiperiode
Na de oorlog kwam er weer een grote bloei. Tienduizenden Nederlanders vonden emplooi in Duitsland. In 1957 werd de Nederlandse Oecumenische Gemeente Düsseldorf gesticht.
Behalve in Duisburg-Ruhrort kwam er (opnieuw) een predikantspost in Keulen. Intussen werd in de Ruhr de samenwerking tussen de hervormden en gereformeerden steeds intensiever. De Hervormde predikant deed het schipperspastoraat, de gereformeerde het walpastoraat. Maar talloze Nederlanders woonden buiten de door de kerk tot dusver bereikte gebieden. Op veel plaatsen in Westfalen waren er activiteiten te vinden. Vanuit Duisburg-Ruhrort werden andere delen van Duitsland bewerkt. Vanaf 1973 werd in Hamburg begonnen kerkelijk leven op te zetten. De dominee van Keulen reisde met zijn vrouw twee keer per jaar door geheel Zuid-Duitsland en begon kerkdiensten in Frankfurt. Zijn opvolger in Keulen hield op diverse plaatsen in de Pfalz bijeenkomsten.
Een vierde predikant
Er werden met goed gevolg onderhandelingen gevoerd met de Landeskirchen om vrijwillige bijdragen. Zo konden we – naast de predikantsplaatsen Duisburg-Ruhrort, Keulen en Wanne-Eickel (Westfalen) – een vierde predikantsplaats in Zuid-Duitsland creëren. In 1977 kwam de eerste predikant naar dit gebied. Kerkdiensten begonnen in Stuttgart en in München, later ook in Karlsruhe.
Van Gereformeerde Kerk naar Protestantse Gemeente te Duisburg-Ruhrort
Na meer dan 100 jaar naast elkaar gewerkt te hebben als hervormde en gereformeerde gemeente in Duisburg werd in 2003 een overeenkomst gesloten waarbij de beide gemeentes werden samengevoegd. Naast de innerlijke overtuiging van de noodzakelijkheid, speelde de financiële kant ook een rol, want hierdoor werd het mogelijk een verdrag tussen PKN, EKD en NKiD af te sluiten, waarin de wederzijdse samenwerking en het voortbestaan van de NKiD geregeld werden.
In het jaar 2004 vond in Nederland de vereniging plaats van de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden tot de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). De NKiD maakt als Protestantse Gemeente te Duisburg-Ruhrort (naar de plaats waar ze gesticht is) deel uit van deze PKN en heet officieel ‘Protestantse Gemeente te Duisburg-Ruhrort’ en maakt als zodanig deel uit van de classis Arnhem. Ze omvat vier wijken: Noord, West, Oost en Zuid. De kerkgemeentes in Düsseldorf (Nederlandse Oecumenische Gemeente) en Duisburg (Nederlandse Kerk aan de Ruhr) hielden bij de vereniging een eigen statuut.
Overal in Duitsland, waar concentraties van belangstellende protestantse Nederlanders zijn is er enige vorm van kerkelijk leven in de Nederlandse taal (zij het een kerkdienst of een gesprekskring) in het leven geroepen. Door heel Duitsland (op enkele nieuwe deelstaten na) worden huisbezoeken afgelegd.