De kerk leeft van een boodschap

Ds. Rens Dijkman-Kuhn over mooie momenten in het werk van een predikante, nieuwe uitdagingen, en de betekenis achter de woorden

Een interview ter gelegenheid van de intrede van Rens als predikante van de Kern Berlijn van de Nederlandse Kerk in Duitsland op 17 november 2019.

Hoe vind je het, om in Berlijn te wonen en te werken?

Intussen woon ik nu al anderhalf jaar in de hoofdstad van Duitsland. En ik woon graag in Berlijn. Voor mij proeft de stad naar vrijheid. Ik houd van de anonimiteit, die mij als enkeling tussen bijna vier miljoen medebewoners en de vele touristen uit de hele wereld gegarandeerd is. En tegelijkertijd zijn er genoeg vindplaatsen, om ook in Berlijn bij de naam genoemd te worden. Twee van mijn drie kinderen wonen in Berlijn. En ook enige vrienden. Aan de ‘freche Schnauze’ van de ‘Berliner’ moest ik eerst wel even wennen. Maar intussen beheers ik dit mondwerk ook al een klein beetje. Wat mijn werk betreft, heb ik Berlijn tot nu toe alleen maar als uitvalsbasis gebruikt. Vanaf november van dit jaar mag ik dan ook in de stad Berlijn werken. Daarop verheug ik mij zeer!

Kun je iets vertellen over mooie momenten in het werk van een predikant? Zijn er momenten bij, waarop je je realiseert: dit is, waarom ik predikante geworden ben?

Ja, zeer zeker! Het zijn vooral die ogenblikken, waarop het pastoraat en de exegese elkaar zoeken en vinden. Wanneer midden in de persoonlijke levensverhalen van mensen God het Woord krijgt. Of dat nu bij een huisbezoek of een ziekenhuisbezoek is. Bij een huwelijksdienst, een doopdienst of ook een dienst van uitvaart. Maar ook een gewone kerkdienst kan die verheffende ervaring teweeg brengen. De ervaring van bevrijding, hoop en bemoediging, waarmee God ons leven te binnen schrijft. Zoveel zeggingskracht schuilt in de bijbel. In dat eeuwenoude, met mensenhanden geschreven boek, dat tegelijkertijd tijdloos is. En waarvan wij belijden, dat God daarin tot ons spreekt. Het voor mij iedere keer opnieuw een bijzonder mooie en verrijkende uitdaging op zoek te gaan naar die tijdloze betekenis achter de woorden. En vervolgens die oude woorden van de bijbel zo ter sprake te brengen, dat zij ons ook vandaag iets te zeggen hebben. Dat zij, om met Sören Kierkegaard te spreken, ‘gelijktijdig’ worden.

We leven in een verwarrende wereld, met grote uitdagingen op het maatschappelijk en cultureel vlak. Wat zie je als de belangrijkste taken van een christelijke gemeente in de 21e eeuw? Hoe kan de kerk zich positioneren in de moderne maatschappij en haar boodschap effectief overbrengen, met name in Berlijn?

De kerk leeft van een boodschap, die verder ziet dan het menselijk oog en dwars tegen het schijnbare tegendeel in spreekt van toekomst. Van een wereld, die tot het Rijk van God bestemd is. Dat is opdracht en belofte tegelijk. En het is die belofte, die ons onderscheidt van welke vorm van politiek idealisme dan ook. Dat wij niet alleen hopen op, maar weet hebben van een toekomst, die voltooiing inhoudt. Wij hebben weet van het Rijk van God. Dat maakt ons als kerk sterk. En zo zijn wij geroepen, in een geseculariseerde werel en in een multiculturele stad als Berlijn in te staan en op te staan voor datgene, wat ons is toegezegd. Een wereld van gerechtigheid en vrede. Maar ook zijn wij geroepen, in diezelfde wereld en stad steeds weer de belofte ter sprake te brengen. Elkaar en hen de rug te sterken, die in hun engagement dreigen te vertwijfelen aan de omstandigheden. ´Wir schaffen das` sprak Angela Merkel met het oog op de stroom van vluchtelingen in het jaar 2015. Het is mijn vaste overtuiging, dat deze woorden niet alleen een politieke uitspraak zijn. Zij zijn ten diepste profetisch. Omdat zij gedragen zijn door de belofte.

Er doen relatief weinig jongeren mee met de Nederlandse Kerk in Duitsland. Hoe kan de kerk betere aansluiting vinden bij de jongeren?

Daar ben ik heel pragmatisch. Het is mijn ervaring, dat kinderen van ouders, die eertijds naar Duitsland verhuisd zijn, zozeer in Duitsland geïntegreerd zijn, dat zij geen behoefte aan een nederlandstalige kerk hebben. Dat vind ik niet erg. Blijft de tweede generatie weg, dan hoop ik maar, dat zij haar plaats in de Duitse kerk vindt. Als Nederlandse Kerk in Duitsland hebben wij een taak met het oog op hen, die ons bewust opzoeken. Dat kunnen mensen zijn, die al jarenlang lid van onze kerk zijn. Of expats, die kort, maar krachtig deel van onze gemeenschap kunnen uitmaken. En natuurlijk ook studenten in een stad als Berlijn. Komen laatstgenoemden niet, dan zouden wij hen kunnen opzoeken. Zonder daarbij opdringerig te zijn overigens. Want daar ben ik wars van! Belangrijk is, dat zij op de een of andere manier weten, dat wij er zijn. En ons dan ook te vinden weten.

Vrouwen kunnen het in sommige beroepen moeilijker hebben dan mannen. Is dat ook zo voor vrouwelijke predikanten?

Tot nu toe heb ik er nooit problemen mee gehad, als vrouw het predikantschap uit te oefenen. Niet op maatschappelijk gebied, maar ook niet binnenkerkelijk. Soms zelfs ervaar ik, dat het vrouwelijke van mijn predikantschap een binnenkomer bij mensen kan zijn. Met name in het pastoraat. Omdat veel mensen met het vrouwelijke toch vaak iets moederlijks verbinden. En dat kan een zekere openheid en vertrouwdheid creëren.

Er zijn veel verschillende kerkelijke stromingen vertegenwoordigd in de Nederlandse Kerk in Duitsland. Hoe kunnen wij omgaan met deze diversiteit? Heb je misschien voorbeelden van andere Kernen, waar Berlijn van kan leren?

Ja, binnen de Nederlandse Kerk in Duitsland tref je mensen uit de meest uiteenlopende kerkelijke richtingen aan. Het is een bijzonder fenomeen, dat kerkzijn over de nationale grenzen heen blijkbaar veel potentieel tot geleefde oecumene in zich bergt. Zo weet ik vanuit mijn dienst in Schwei, Balje en Hamburg, dat het met al de confessionele verschillen heel goed mogelijk is, samen kerk te zijn. De kerkdiensten worden naar de liturgische structuur van de Protestantse Kerk in Nederland gehouden. Maar daarbinnen is er ruime voor andere tradities. En de gesprekskringen nodigen uit, over die verschillen met elkaar te praten. Kortgeleden hebben wij in Schwei een doopdienst gevierd met wijwater uit de Rooms-Katholieke kerk, waartoe de moeder van de dopeling behoort. Dat kan gelukkig allemaal. Het verrijkt ons onderling. Het maakt ons bewust, dat wij één zijn in verscheidenheid en verscheiden in eenheid. Het bewaart ons voor hoogmoed. En het maakt ons naar buiten toe geloofwaardig!

Je hebt een deeltijdaanstelling en bent toekomstig verantwoordelijk voor de Kernen Balje, Hamburg, Bellin en Berlijn. Hoe kunnen de verschillende Kernen jou helpen bij je taak?

Op grond van mijn goede ervaringen in Schwei, Balje en Hamburg weet ik, hoe belangrijk het is, dat er een actieve Kernraad is. Zonder een constructief meedenkende en enthousiast agerende Kernraad kan er geen gemeenteleven en gemeenteopbouw plaatsvinden. Al helemaal niet, wanneer de predikant(e) in deeltijd werkzaam is. Maar ten diepste gaat het om veel meer. Want een predikant(e) is en blijft uiteindelijk gast van een gemeente. En een gast komt en gaat, maar de gemeente blijft. Zo is het van groot belang, dat de Kernraad de gemeente tot ontplooing ook van eigen initiatieven en activiteiten stimuleert en daarmee voor een gezond gemeenteleven garant staat. Met het oog op de vier Kernraden, waarmee ik in de komende jaren zal werken, heb ik daar het volste vertrouwen in!

Ds. Rens Dijkman-Kuhn antwoordde op vragen van Jeanine Daller, van de Kernraad Berlijn. Rens deed op 17 november als predikante intrede in de Kern Berlijn.