Heer, U bent ons een toevlucht geweest, van geslacht op geslacht.
Psalm 90 : 1
Aan alle dingen die wij kennen, zit een begin en een einde. De dag begint en na zoveel uren is de dag weer afgelopen. Weken, maanden, jaren. Ze beginnen en het is ook zo weer voorbij. En voor ons gevoel lijkt het allemaal steeds sneller te gaan. Een dag, een week, een jaar is niets. De tijd die vliegt en wij vliegen mee.
Het jaar 2021. Het is nog maar even geleden dat het begon, en het is nu eigenlijk al weer verleden tijd. Wat is, gaat voorbij en komt niet meer terug. We komen uit het verleden, we leven in het heden en het heden gaat over in de toekomst. Het oude maakt plaats voor iets nieuws.
In deze dagen zijn we heel veel bezig met terug kijken. De herinneringen aan wat was, ook het verlangen naar wat geweest is en niet meer terugkomt. Het gevoel van vergankelijkheid wat ons benauwd maakt. De dingen gaan voorbij en ook al zou je het willen vasthouden, het gaat niet. Net als het zand wat je op een warme zomerdag door de vingers glijdt.
In Psalm 90 wordt de vergankelijkheid uitgebreid benoemd. Maar niet om de somberheid hoogtij te laten vieren. Niet om ons in deze donkere dagen, waarin we onwillekeurig in gedachten teruggaan naar wat voorbij is, depressief te maken.
De realiteit van het bestaan wordt niet verzwegen. In de loop van de tijd de opeenvolging van de jaren en de generaties. “Geslachten gaan, geslachten komen…” Maar ook: “Wij zijn in Uw ontferming opgenomen…”
En dat is wat ook als een soort motto boven de Psalm staat: “Heer, U bent ons een toevlucht geweest, van geslacht op geslacht.” Ondanks alles wat er speelt in deze tijd en wat ons soms onzeker en bang maakt, is er de herinnering aan de trouw van God. En zo valt er vanuit de Psalm licht over ons leven, een licht wat schijnt in het donker van onze vragen en twijfels.
“Geslachten gaan, geslachten komen…” Wij zijn niet de eersten die met vallen en opstaan de weg van het geloofsvertrouwen proberen te gaan. Juist ook nu herinneren we ons hen die ons zijn voorgegaan en van wie we afscheid hebben moeten nemen in het vertrouwen dat wij en zij in Gods ontferming zijn opgenomen.
Zo worden we bemoedigd en vangen we een glimp op van Gods toekomst in het vertrouwen dat Hij de tranen van de ogen zal afwissen. Bemoedigd het oude jaar uit en met perspectief het nieuwe jaar in!
Gij zijt geweest, o Heer, en Gij zult wezen
de zekerheid van allen die U vrezen.
Geslachten gaan, geslachten zullen komen:
wij zijn in uw ontferming opgenomen.
Wij mogen bouwen op de vaste grond
van uw beloften en van uw verbond.
Ds. Jan Adriaanse