Hiob · Andreas Neumann-Nochten / CC BY-SA 3.0

Wachten op God

Ik verwacht de HEER, mijn ziel verwacht Hem, en ik hoop op Zijn Woord. Mijn ziel wacht op de Heer, meer dan wachters op de morgen, wachters op de morgen

Psalm 130 vers 5 en 6

Psalm 130. Vanuit de diepte. Een herkenbaar lied, aansprekende woorden.

En ik denk, juist omdat wij mensen in ons eigen levensverhaal dat ook tegenkomen.

Als je ervaart dat heel veel je tegenzit. Als je misschien lijdt aan het leven. Als je weet en ervaart, dat het leven echt niet alleen zonnige en vrolijke kanten heeft, maar ook, en misschien wel heel vaak, die andere, die donkere kant.

Moeiten en gemis, pijn en verdriet. Dat je het gevoel hebt, dat je heel diep zit, en dat het haast onmogelijk is om, heel ver weg, nog een straaltje zonlicht te zien.

Roepen vanuit de diepte. Woorden die raken aan hele diepe menselijke ervaringen.

En dan blijft er misschien ook niets anders over, dan roepen tot die Ene, met een hoofdletter. Als alles je bij de handen lijkt af te breken, is het een zegen als je ontdekt dat dan je roepen niet tevergeefs is.

Roepen vanuit de diepte. De moeilijke kanten, de donkerheid van het leven, maar dat niet alleen. De psalmwoorden raken ook aan andere diepten. De diepten van schuld, de diepten van wat in ons leven verkeerd ging.

Psalm 130 is een lied wat ook in die zin spreekt van een dieptepunt. Althans, daar begint het.

“Uit de diepten… roep ik tot U”. Roepen. Aanhoudend, indringend roepen.

Roepen… ja, naar wie eigenlijk?

Zomaar in de hoop dat er misschien iemand is, die je hoort?

Nee, het roepen is heel gericht. Het is roepen tot God. De Schepper van hemel en aarde.

“Mijn God, ik wacht op U.”

Daar loopt de psalm op uit. Wachten op God.

Wachten, niet in de zin van afwachten, maar… ver-wachten, uitzien, verlangen, hopen op Hem.

“Mijn ziel wacht op de Heer, meer dan de wachters op de morgen.” Dat is niet afwachtend, maar reikhalzend. Wachters die gedurende de nacht moesten waken. Wakker blijven en waarschuwen als er gevaar dreigt… Uitzien naar de nieuwe morgen. Want dan zit de nachtwake erop. Dan is het weer voorbij. En als aan het einde van de nacht het al zo lang duurt, dan kijk je uit naar de morgen.

Als je gaat staan op een heuveltop, als de nacht al een heel eind voorbij is, dan is het indrukwekkend om de eerste zonnestralen op te vangen en te zien hoe de zon boven de horizon opkomt. Wachten op dat moment…

Nachten kunnen weleens lang duren. In de eenzaamheid. Op een ziekbed. De nachten… Het lijkt soms wel alsof er geen eind aan komt. Als je niet kunt slapen. Dan kruipen de minuten voorbij.

Zo wachten de wachters op de morgen. Reikhalzend, vol verlangen. Want de morgen komt. Hoe lang het voor je gevoel ook duurt.

Zo ook het wachten op God. “Mijn ziel verwacht Hem en ik hoop op Zijn Woord.”

Vertrouwen op Zijn genade en op Zijn trouw. En daarom is mijn en onze verwachting niet tevergeefs. Zeker weten!

Ds. Jan Adriaanse